Adolescentie

Cognitieve ontwikkeling

Adolescentie

De cognitieve ontwikkeling bij de adolescentie verloopt in snel tempo. De hersenen zijn rond hun 21e levensjaar helemaal volgroeit. Tot die tijd verandert er dus veel in de hersenen. In dit snelle tempo vinden er 4 kwantitatieve veranderingen plaats.

1: Het concentratievermogen neemt toe: Waar jonge kinderen moeite hebben om zich langer te concentreren, blijkt uit onderzoek dat adolescenten zich steeds beter en langer kunnen concentreren.

2: De aandacht neemt toe: dit komt doordat adolescenten hun aandacht selectiever verdelen. Adolescenten selecteren onderwerpen om hun aandacht op te zetten die zij het meest interessant vinden. 

3: Toename van het geheugen: adolescenten onthouden meer informatie, dit komt voornamelijk door de selectieve aandacht die zij besteden aan dingen.

4: Adolescenten kunnen beter plannen/systematisch werken: dit komt voornamelijk door de verantwoordelijke rol die de adolescenten op zich nemen. Dit is het begin van onafhankelijk worden van anderen.

Volgens onderzoek van de Hersenstichting Nederland blijkt dat Adolescenten ook problemen hebben met planning op lange termijn en erg impulsief zijn. Onderstaand plaatje toont dit aan. Hoewel de ouders wel hebben aangegeven dat hun eigen kind voor een groot deel wel rationele beslissingen kan nemen, vinden ze dat in het algemeen van pubers niet. Dit heeft te maken met een stijgende hormoon spiegel van diverse hormonen bij adolescenten. Daardoor krijgen ze stemmingswisselingen, verhoogde roekeloosheid, lagere impulscontrole en minder relativeringsvermogen. Dat ze problemen hebben met planning komt omdat de frontaalkwab in ontwikkeling is en dit is het gebied van de hersenen waar dit geregeld wordt.

Een ander groot kenmerk van de adolescentie is het stijgende egocentrisme. Dit houd in dat de adolescent steeds meer het gevoel krijgt dat hij/zij in het middelpunt van de belangstelling staat. Dit heeft tot gevolg dat bepaalde kenmerken onderdeel kunnen worden van de persoonlijkheid van de adolescent. Voorbeelden hiervan zijn bijvoorbeeld imaginair publiek en persoonlijke fabel.

Imaginair Publiek: Dit houd in dat de adolescent steeds meer het gevoel heeft dat hij/zij wordt aangekeken of in de gaten wordt gehouden met bijbedoelingen.

Persoonlijke fabel: Dit houd in dat de adolescent zich inbeeld dat het verdriet of de vreugde die hij/zij heeft niemand anders kan hebben.

Dit soort veranderingen kunnen ook destructief worden. Niks voor niks ontwikkelt een ziekte zoals Schizofrenie zich vaak in de adolescentie. Het heeft allemaal te maken met de veranderingen in de hersenen, die niet altijd goed verlopen bij iedereen. Als de kenmerk imaginair publiek zich namelijk te groot manifesteert in de hersenen kan dit lijden tot achtervolgingswaanzin.

Een film waarin dit ook naar voren komt is A Beautifull Mind met Russel Crowe in de hoofdrol. Deze film begint op het moment dat John Nash (Russel Crowe) begint op de universiteit en zo blijkt, later Schizofrenie ontwikkelt. Deze film is gebasseerd op een waar gebeurt verhaal en is zeer interessant voor degene die meer willen weten over hoe iemand Schizofrenie kan ervaren. Ook geeft het aan wat er fout kan gaan in de hersenen in de adolescentie. Onthoud wel dat enkele elementen in de film geschikt zijn gemaakt voor film. In de film heeft hij nogal last van visuele hallucinaties, maar in het echt hebben mensen met Schizofrenie vooral auditieve hallucinaties en zijn de personen die Nash zich inbeeld vaker schimmen dan personen met een duidelijk gezicht en specifieke uiterlijke kenmerken.

Piaget vond de cognitieve ontwikkeling het stadium van formeel-operationeel denken. Kenmerken die hierbij horen zijn onder anderen:

  • Abstract denken: Men kan verder denken dan de huidige situatie. Oorzaak --> gevolg (causualiteit) ontwikkelt zich.
  • Educatieve redenering: Conclusies trekken uit veronderstellingen lukt beter.
  • Eigen mening vormen over bepaalde aspecten.
  • Flexibel in denken.
  • Zoekt eigen grenzen op: Dit wordt vaak gedaan door regels te verbreken. Ook komt eht vaak voor de de grens overschreden wordt. Een goed voorbeeld hierbij is overmatig drank of drugs gebruik.

Piaget was een Zwitsers psycholoog die de cognitieve psychologische ontwikkeling van kinderen bestudeerde. Hij leefde van 1896 tot 1980.

Voorbeeld wat er in de hersenen van een adolescent gebeurt en hoe hierop in te spelen:

Jonge adolescenten die naar plaatjes met angstige gezichtsuitdrukkingen kijken, vertonen meer activiteit in de amygdala dan in de frontaallobben. Het omgekeerde is het geval bij volwassenen. De adolescent neigt dus vanuit emoties (‘buik’) te reageren en  volwassenen meer met rationeel denken (‘hoofd’). De verandering richting evenwichtig en volwassen reageren op emotioneel materiaal vindt vooral plaats door groei in de frontaallobben. Ook de amygdala en de hypocampus nemen tijdens de adolescentie toe. Beide zijn betrokken bij het genereren van emoties. Maar de prefrontale cortex die met zelfsturing of zelfbeheersing te maken heeft rijpt wat later (late adolescentie vroege volwassenheid). Adolescenten ervaren dus veel passie en emoties, maar kunnen dit nog niet goed beteugelen. Door de groei van limbische gebieden hebben adolescenten sterke behoefte aan nieuwheid en stimulatie. Daarom zoeken ze risicosituaties op, maar zonder de ‘verstandige’ beteugeling van een goed ontwikkelde prefrontale cortex. Ouders hebben hier een functie. Ze hebben vaak de neiging de adolescent minder in de gaten te houden, maar daardoor moet de adolescent alleen of met vrienden met verleidelijke situaties leren omgaan. Zonder de ‘begeleiding’ van de ouders hebben adolescenten meer kans op de negatieve gevolgen van risicosituaties.